Vrouwe Justitia Handboeien
Gijzeling of vrijheidsberoving. In de volksmond worden die termen allebei gebruikt voor een ontvoering. Maar wat is het strafrechtelijke verschil? In een arrest van deze maand legt de Hoge Raad het (nogmaals) uit.

Arrest:

Hoge Raad 3 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2536 (gijzeling of opzettelijke vrijheidsberoving?)
Zie ook: Hoge Raad 23 juni 2015, ECLI:NL:HR:2015:1695 (gijzeling of wederrechtelijke vrijheidsberoving)

Samenvatting arrest op Rechtspraak.nl:

(Niet te volgen? Geen nood, het wordt hieronder uitgelegd!)
“Levert bewezenverklaarde medeplegen van gijzeling dan wel medeplegen van opzettelijke vrijheidsberoving op? Art. 282a.1 en 282 Sr.HR herhaalt ECLI:NL: HR:2015:1695: de dader van het in art. 282a Sr omschreven feit is slechts strafbaar indien hij handelt met het oogmerk een ander dan de gijzelaar te dwingen iets te doen of niet te doen. Wanneer de wederrechtelijke vrijheidsberoving strekt tot het dwingen van de gijzelaar zelf en niet van een derde om iets te doen of niet te doen, is geen sprake van gijzeling a.b.i. art. 282a Sr. Het Hof heeft ten onrechte geoordeeld dat het bewezenverklaarde medeplegen van gijzeling oplevert; i.c. strekte de in de bewezenverklaring omschreven wederrechtelijke vrijheidsberoving van X ertoe die X en niet een derde te dwingen tot het wijzen van de weg naar de woning of verblijfplaats van Y. HR verbetert de kwalificatie: het bewezenverklaarde levert op medeplegen van opzettelijke vrijheidsberoving a.b.i. art 282 Sr. HR wijst zaak wat betreft strafoplegging terug.”
(bron: Rechtspraak.nl)

De zaak

De verdachte had volgens het hof het slachtoffer van zijn vrijheid beroofd. Dat zou hij samen met anderen hebben gedaan. Vooraf was het slachtoffer al tot bloedens toe geslagen. Hij werd in de laadruimte van een bus vervoerd. Na afloop werd hij buiten de stad achtergelaten, terwijl zijn telefoon door de daders kapot was gemaakt. Ze wilden daarmee bereiken dat het slachtoffer de verblijfplaats van een derde persoon zou aanwijzen. Het hof vond dat dit het delict gijzeling oplevert. De verdachte legde zijn zaak voor aan de Hoge Raad.

Gijzeling en vrijheidsberoving: twee aparte artikelen

Het delict “wederrechtelijke vrijheidsberoving” staat in artikel 282 van het Wetboek van Strafrecht:

“Hij die opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid berooft of beroofd houdt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie.”

Het delict “gijzeling” staat in artikel 282a van het Wetboek van Strafrecht

“Hij die opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid berooft of beroofd houdt met het oogmerk een ander te dwingen iets te doen of niet te doen wordt als schuldig aan gijzeling gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie.”

Als je beide artikelen met elkaar vergelijkt, zie je dat gijzeling eigenlijk een zwaarder variant is. Wederrechtelijke vrijheidsberoving die door iets extra’s een ander, zwaarder delict wordt. Want op gijzeling staat een veel hogere straf: 15 jaar gevangenisstraf tegen 8 jaar. Over wanneer sprake is van dat extra bestanddeel gaat het hier besproken arrest.

Hoge Raad: geen gijzeling

De Hoge Raad vindt dat pas van gijzeling sprake is als de bedoeling van de ontvoering is om een ander dan de gijzelaar iets te laten doen (of juist niet doen). Je gebruikt dus een (onschuldige) derde om iemand tot iets te dwingen. Je ontvoert bijvoorbeeld een kind om de ouders te dwingen losgeld te betalen. In deze zaak wilden de daders juist het slachtoffer zelf ergens toe dwingen. Daarom is dit geen gijzeling, maar ‘slechts’ wederrechtelijke vrijheidsberoving. De Hoge Raad verbetert dit in het arrest van het hof en laat het hof opnieuw beslissen over de straf. Dat laatste hoefde van de advocaat-generaal niet zo nodig: hij verwachtte dat het hof ook na deze aanpassing de straf hetzelfde zou laten.

Commmentaar

Dit is niet het eerste arrest waarin de Hoge Raad dit verschil uitlegt. In 2015 besliste hij hetzelfde in een soortgelijke zaak. Het arrest van het hof is van 2016. Kennelijk hebben de raadsheren van het hof de jurisprudentie van de Hoge Raad niet goed bijgehouden!

Heb je een lopende cassatieprocedure, zorg er dan voor dat je een advocaat hebt die zich daarin specialiseert. Ben je verwikkeld in een cassatieprocedure? Of wil je advies over je cassatieprocedure? Neem gerust vrijblijvend contact met ons op. Wij staan je graag te woord.

© 2017-2024 Daamen, advocaten. | Disclaimer | Sitemap | Links | Beheer