Zwaar lichamelijk letsel, mishandeling

Wat is zwaar lichamelijk letsel?

De Hoge Raad zet in een arrest van begin deze maand de betekenis van ‘zwaar lichamelijk letsel’ centraal. Omdat er letsel in alle soorten en maten is, is het lastig de grens in een algemene regel te vatten. Er is dan ook wisselende jurisprudentie over zwaar lichamelijk letsel. De Hoge Raad wijdt nu dus een standaardarrest aan dit thema.

Overzichtsarrest zwaar lichamelijk letsel:

Hoge Raad 3 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1051

Samenvatting arrest op Rechtspraak.nl:

(Niet te volgen? Geen nood, het wordt hieronder uitgelegd!)
“Medeplegen zware mishandeling door ander met vuist in gezicht te slaan/stompen, art. 302.1 Sr. Levert gebroken kaak en afgebroken tand zwaar lichamelijk letsel op? HR wijdt voorafgaande beschouwingen aan begrip zwaar lichamelijk letsel. Daarbij gaat HR mede onder verwijzing naar eerdere jurisprudentie nader in op de algemene gezichtspunten aard van het letsel, eventuele noodzaak en aard van medisch ingrijpen en uitzicht op (volledig) herstel.”
(bron: Rechtspraak.nl)

De zaak: gebroken kaak en afgebroken tand geslagen

De verdachte in deze zaak had iemand een paar keer met zijn vuist in het gezicht geslagen of gestompt. Het slachtoffer had als verwondingen een gebroken kaak en een afgebroken tand.

Wel of geen zwaar lichamelijk letsel? Het belang

In ons strafrecht maakt het veel uit of het letsel van een slachtoffer zwaar lichamelijk letsel is. Bij een aantal delicten is het een strafverzwarende omstandigheid: de maximale straf die de rechter kan opleggen is dan een stuk hoger. Of het is zelfs een delictsbestanddeel: zonder zulk letsel is er niet eens een delict.

Zo staat op ‘eenvoudige’ mishandeling maximaal 3 jaar cel (artikel 300 Wetboek van Strafrecht, hierna Sr). Is het eenvoudige mishandeling met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg, dan is de maximale gevangenisstraf zes jaren (artikel 301 lid 2 Sr). En heeft de verdachte ook nog eens (voorwaardelijk) opzet op zwaar lichamelijk letsel, dan is het zware mishandeling en daarvoor kun je tot 8 jaar gevangenisstraf krijgen (artikel 302 Sr). Iets dergelijks zien we ook bij openlijke geweldpleging (artikel 141 Sr).

Zwaar lichamelijk letsel door schuld toebrengen (dus niet opzettelijk) is strafbaar, zo staat in artikel 308 Sr (max. één jaar cel). Breng je daarentegen lichter letsel toe, dan is dat geen misdrijf (als door schuld, culpoos). Bij het veroorzaken van een verkeersongeval door schuld (artikel 6 Wegenverkeerswet) geldt ongeveer hetzelfde.

Het kan dus een groot verschil maken of het wel of geen zwaar lichamelijk letsel oplevert. Vaak zal het duidelijk zijn, maar er zijn ook genoeg voorbeelden van grensgevallen: wanneer zijn een hersenschudding, gebroken kaak, gebroken neus, gebroken oogkas, gebroken pols of littekens voldoende ernstig voor zwaar lichamelijk letsel?

Zwaar lichamelijk letsel in de wet

Wanneer is iets zwaar lichamelijk letsel volgens de wet? Het Wetboek van Strafrecht bevat geen wetsartikel met een omschrijving of definitie van zwaar lichamelijk letsel. Artikel 82 Wetboek van Strafrecht bevat wel een opsomming van gevallen die als zwaar lichamelijk letsel moeten worden aangemerkt: “ziekte die geen uitzicht op volkomen genezing overlaat, voortdurende ongeschiktheid tot uitoefening van zijn ambts- of beroepsbezigheden, en afdrijving of dood van de vrucht van een vrouw”. En ook: “storing van de verstandelijke vermogens die langer dan vier weken geduurd heeft”. Maar dit is geen limitatieve (uitputtende) opsomming: de rechter mag ook ander lichamelijk letsel als zwaar beschouwen. Eerder gaf de Hoge Raad daarvoor als leidraad dat het gaat om letsel dat ‘naar normaal spraakgebruik’ als zulk letsel kan worden aangemerkt. Maar ja, wat volgens de ene persoon onder zwaar lichamelijk letsel valt, vindt de ander misschien wel meevallen. Dus dat helpt ook niet veel!

Hoge Raad: geen precieze afgrenzing te geven

De Hoge Raad herhaalt zijn oudere rechtspraak. Gelet op de uiteenlopende vormen waarin lichamelijk letsel zich kan voordoen, kan niet precies worden aangegeven wanneer letsel als zwaar lichamelijk letsel geldt. Vervolgens geeft hij in het arrest wel een paar ‘algemene gezichtspunten’: factoren waar de rechter zijn beslissing op kan baseren.

De drie basis factoren zijn de aard van het letsel, de eventuele noodzaak en aard van medisch ingrijpen en het uitzicht op (volledig) herstel. Deze factoren kunnen ook gecombineerd worden gebruikt. Zijn er meer verwondingen, dan kan het letsel in zijn geheel worden beoordeeld. Meestal wordt de beoordeling gebaseerd op een doktersrapport, maar als het erg duidelijk is hoeft dat niet per se van de Hoge Raad.

Aard van het letsel

Ook het verlies van een zintuig, verminking en verlamming zijn zwaar lichamelijk letsel. Datzelfde geldt bij ernstige lichamelijke schade aan de gezondheid. De Hoge Raad noemt als voorbeeld een inwendige biochemische ontregeling doordat medicatie niet is gebruikt of door een besmetting met een bacterie of virus, zoals het HIV-virus. Psychische gevolgen die geen storing van de verstandelijke vermogens als bedoeld in artikel 82 Sr opleveren, zijn dat niet.

Noodzaak en aard van medisch ingrijpen

Van fracturen (botbreuken) die een operatie vereisen vindt de Hoge Raad dat deze meestal zwaar lichamelijk letsel opleveren. Het maakt dus verschil of na een gebroken kaak, neus of enkel een operatie nodig is. Gebitsschade, zoals afgebroken tanden, is in principe geen zwaar lichamelijk letsel. Dan zal de rechter moeten uitleggen waarom hij vindt dat het in een bepaald geval toch zwaar letsel is. Ook een andere medische behandeling dan een operatie kan maken dat het toch zwaar letsel is.

Uitzicht op (volledig) herstel

Wat betreft uitzicht op herstel, telt niet alleen onherstelbaar letsel, maar ook een langere periode van herstel of van onzekerheid over de eindtoestand mee. De genezingsduur is dus ook belangrijk. Ook pijn en fysieke beperkingen tijdens de periode van herstel zijn belangrijk. Dat speelt bijvoorbeeld bij de vraag of een (al dan niet zware) hersenschudding zwaar lichamelijk letsel oplevert.

Ook mag de rechter meenemen of er restschade aanwezig is, bijvoorbeeld littekens. Daarbij kunnen van belang zijn het uiterlijk en de ernst van het litteken en daarmee hoe het litteken het lichaam ontsiert. En eventueel of het litteken – langdurige – pijnklachten heeft opgeleverd.

Belangrijke rol feitenrechter

De Hoge Raad laat het over aan de feitenrechter of letsel als “zwaar lichamelijk letsel” moet worden aangemerkt. De Hoge Raad zal dus terughoudend toetsen. Maar als de rechter de drie hierboven besproken factoren niet behandelt, zal de Hoge Raad de uitspraak sneller vernietigen. Bij de gevallen die volgens art. 82 Sr sowieso zwaar lichamelijk letsel opleveren, zal de Hoge Raad strenger zijn.

Toepassing op de zaak

De Hoge Raad vindt dat het gerechtshof beter moet uitleggen waarom in deze zaak sprake is van zwaar lichamelijk letsel. Van beide verwondingen had het hof namelijk te weinig vastgesteld. Het was niet ingegaan op de noodzaak en de aard van medisch ingrijpen (evt. operatief of tandheelkundig). En ook niet op het uitzicht op herstel.  Daarom moet het hof de zaak opnieuw naar de zaak kijken.

Andere zaak: wel zwaar lichamelijk letsel

Ook in een andere uitspraak van 3 juli 2018 (ECLI:NL:HR:2018:1085) past de Hoge Raad het standaard arrest toe. In die strafzaak had de verdachte een vol blik bier tegen iemands hoofd gegooid. Het slachtoffer hield daaraan een snijwond van 4-5 centimeter boven de wenkbrauw over. Die wond moest worden gehecht. Er is restschade in de vorm van een blijvend en ontsierend litteken boven het linkeroog. De Hoge Raad vindt het prima dat het hof dit als zwaar lichamelijk letsel kwalificeert.

Heb je een zaak die gaat over zwaar lichamelijk letsel? Dan staat er veel op het spel. Zorg ervoor dat je een advocaat hebt die is gespecialiseerd in het strafrecht! Ben je verwikkeld in een cassatieprocedure? Of wil je advies over je cassatieprocedure? Neem gerust vrijblijvend contact met ons op. Wij staan je graag te woord.

© 2017-2024 Daamen, advocaten. | Disclaimer | Sitemap | Links | Beheer